Wijzigingen GLB

Er zijn per 1 januari 2025 een aantal wijzigingen doorgevoerd in het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB).

Bescherming veengronden (GLMC 2)

Ter bescherming van veengebieden worden de volgende maatregelen doorgevoerd:

• De landbouwer mag het waterpeil dat onderhevig is aan een peilbesluit niet beïnvloeden;
• Blijvend grasland mag niet worden omgezet;
• Een landbouwer die blijvend grasland heeft omgezet in land voor andere vormen van grondgebruik wordt verplicht dit areaal om te zetten in grasland;
• Blijvend grasland mag niet worden geploegd, tenzij dit nodig is voor het herstel van beschadigd grasland;
• Voor percelen bouwland geldt een verbod op ploegen dieper dan 40 centimeter.

Bufferstroken (GLMC 4 en 10)

Wilde haver, knolcyperus en bepaalde invasieve exoten mogen op bufferstroken wel chemisch bestreden worden in het geval er geen alternatieve bestrijdingsmogelijkheden zijn en de agrariër door het bevoegd gezag wordt verplicht de bestrijding uit te voeren. In het geval van wilde haver moet bij controle aangetoond kunnen worden dat er bij de bevoegde instantie (NAK) melding is gemaakt van de aanwezigheid van wilde haver.

Minimale bodembedekking (GLMC 6)

De verplichte minimale bodembedekking van 6 of 8 weken op kleigrond tussen 1 augustus en 1 november komt met ingang van 2025 weer terug, maar voor de gebieden met de zwaarste kleigrond geldt een uitzondering.

Ecologisch kwetsbaar grasland (GLMC 9)

Voor blijvend grasland in Natura 2000-gebieden geldt een ploegverbod om de ecologische waarde te beschermen. Wanneer het grasland beschadigd is doorexterne factoren, zoals wilde dieren of extreem weer, kan het grasland ecologische waarde verliezen. Daarom kunnen provincies vanaf 2025 ploegen van ecologisch kwetsbaar blijvend grasland toestaan om het beschadigde grasland te herstellen, voor zover dat past in het lokale beheersplan.

Sociale conditionaliteit

De conditionaliteiten worden aangevuld met de sociale conditionaliteit. Het betreft eisen op het gebied van werkgelegenheid en veiligheid en gezondheid van werknemers.

Controle eco-activiteiten

Met ingang van 2025 gaat Nederland de controle op naleving van de voorwaarden en uitvoering van eco-activiteiten aan landbouwers als bewijs een gegeotagde foto vragen, in de vorm van een taakbericht. Dit houdt in dat met een speciale app op de mobiele telefoon een foto gemaakt moet worden, waarbij automatisch de geo-locatie en het tijdstip worden vastgelegd. Vervolgens kan de foto met de app verstuurd worden naar RVO. Deze vraag zal per e-mail worden gedaan en houdt een verplichting in. De gevraagde foto moet binnen de daarvoor gestelde termijn zijn ingestuurd.

• Wanneer geen overtuigend bewijs in de vorm van een gegeotagde foto wordt aangeleverd binnen de gestelde termijn, wordt de verplichting als niet nageleefd en de eco-activiteit als niet uitgevoerd beschouwd.
• Wanneer een landbouwer ten behoeve van de controle op naleving van de voorwaarden of uitvoering van de subsidiabele activiteiten expliciet gevraagd wordt een gegeotagde foto in te sturen als bewijs, maar hij is daartoe niet in staat vanwege geloofsovertuiging of ontbreken van de benodigde apparatuur, kan hij bij de RVO om een ontheffing vragen. De controle zal dan door een inspecteur ter plaatse of op een andere door RVO bepaalde wijze worden uitgevoerd.

Actieve landbouwer

Om in aanmerking te komen voor GLB-subsidies moet er sprake zijn van een actieve landbouwer. Hiervan is sprake als de landbouwer met een landbouwactiviteit als hoofd- of nevenactiviteit staat ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Indien de landbouwactiviteit als nevenactiviteit staat ingeschreven, moet met een accountantsverklaring aangetoond worden dat landbouw een belangrijk onderdeel is van de totale economische activiteiten op het hele bedrijf.

Er wordt automatisch aan de voorwaarde van actieve landbouwer voldaan, indien er in 2024 minder dan € 5.000 aan directe GLB-betalingen is ontvangen. Wanneer er vorig jaar geen aanvraag is gedaan, geldt dit alleen als er bij de aanvraag in dit jaar het bedrag aan directe betalingen onder de € 5.000 blijft. De directe betalingen zijn: basispremie en extra betaling voor de eerste 40 hectare, de eco-regeling en extra betaling jonge landbouwers.